Boek review: Project Management Skills for Healthcare

Boek review: Project Management Skills for Healthcare


In onze vorige review bespraken we Project Management for Healthcare. Deze keer reviewen we Project Management Skills for Healthcare: Methods and Techniques for Diverse Skillsets’ (Lisa Anne Bove & Susan M. Houston, 2020, eerste druk).


Beide auteurs hebben een achtergrond in ‘healthcare informatics’. Dat kleurt hun insteek op projectmanagement, die als wat ‘blauw’ (procesmatig, over-gestructureerd, etc.) is te typeren. Het verklaart ook statements als dat projectmanagement ‘was introduced in the healthcare industry with the rise of the use of software applications.’ Wij zullen niet ontkennen dat over de as van IT het projectmanagement in de zorg een vogelvlucht heeft genomen. Wij zien echter projectmanagement absoluut niet als iets enkel des IT. Projectmanagement is simpelweg een variant op management, namelijk die managementdiscipline die gaat over het management van de kleinere, tijdelijke organisaties om de grotere, permanente organisatie te veranderen. Ja, projecten kunnen een grote IT-component hebben. Maar: Nee, IT-projecten bestaan niet, afgezien van hele technische projecten zoals bijvoorbeeld het vervangen van een serverpark. Maar zelfs een dergelijk project dient uiteindelijk de ‘business’ oftewel de zorg en vanuit dat perspectief moeten projecten worden gemanaged. Maar we dwalen af. Terug naar het boek.


Het boek van Bove & Houston stoelt op de PMBOK (Project Management Body Of Knowledge) van het Project Management Institute (PMI). In de kern verschilt dat niet heel veel van andere projectmanagementmethoden, zoals PRINCE2. Het kent wel een bepaalde aanvliegroute, namelijk een vrij Amerikaanse. Het is te kort door de bocht om te stellen dat typisch alle Amerikanen zijn van de in detail in handboeken uitgeschreven processen en procedures. Toch is de projectmanagementmethodiek van PMI daar toevallig wel van. Het boek van Bove & Houston komt op ons over als een samenvatting van de PMI-methode voor projectmanagement. Gelukkig hebben ze het wel kort en krachtig gehouden.


Bove & Houston gebruiken als andere kapstok voor het boek het ‘Dreyfus Model of Skill Acquisition’. Dat model gaat er vanuit dat studenten vijf stadia doorlopen: ‘novice, advanced beginner, competent, proficient, and expert.’ Ze stippen aan dat dit model ook door Patricia Benner is toegepast op de opleiding en praktijk van verpleegkundigen en dat het is gebruikt om te begrijpen hoe clinici leren. Speciaal voor novieten zijn de hoofdstukken 4 t/m 7 over initiatie, planning, beheersing en afsluiting. Ergens pakken ze daarmee wel de kern van projectmanagement. Voor experts gaan de auteurs verder in op dezelfde onderwerpen (projectfasen) in de hoofdstukken 8 t/m 11. Heel erg veel dieper gaan ze ook weer niet. Ze beschrijven vooral meer onderdelen van de PMI-methodiek. Het idee is wel goed: beginnende projectmanagers focussen zich op de kern van projectmanagement en gevorderden pakken het completer aan. Dat zal doorgaans ook passen bij de aard en de omvang van de projecten die men doorgaans als beginner of expert voor zijn kiezen krijgt. Jammer genoeg zullen echte projectmanagementexperts niet veel wijzer worden van dit boek. Die zouden veel beter hun licht kunnen opsteken bij  Antonio Nieto-Rodriguez. Zijn boekje ‘Lead Successful Projects’ (2020) bevat decennialange ‘inside’ ervaring met projectmanagement. Helaas is dat boekje niet vanuit zorg-perspectief geschreven.


In ‘Project Management Skills for Healthcare: Methods and Techniques for Diverse Skillsets’ moet men ook heel goed zoeken naar wat dit boek nu precies onderscheidt voor wat betreft een zorg-perspectief van andere projectmanagementliteratuur. Als we aardig blijven dan zeggen we maar dat het erop lijkt dat dit boek vooral is geschreven met de wereld van de zorgprofessionals in het achterhoofd. Want wij konden eigenlijk niets vinden dat dit boekje echt doet gaan over projectmanagement in de zorg. Hun centrale casus komt wel uit de zorg, maar die komt verder vrijwel nergens terug noch goed uit de verf. Sporadisch komen daarentegen wel hier en daar werkwijzen aan bod die men in de zorg al hanteert en die ook bruikbaar zijn in een projectmanagementcontext, zoals SBAR.


Typisch is ook dat Bove & Houston (relatief) zachte vaardigheden niet aan de orde stellen, terwijl die onzes inziens in de zorg juist keihard nodig zijn voor het goed managen van projecten. Wellicht ligt dat aan de IT-achtergrond van de auteurs, alhoewel tegenwoordig gelukkig steeds meer IT-ers zichzelf (laten) trainen in de ontwikkeling van hun zachte vaardigheden. Misschien ligt het nog meer aan een ander feit dat wij al eerder constateerden, namelijk dat PMI in haar PMBOK interpersoonlijke vaardigheden enkel benoemt als zijnde van belang voor projectteamontwikkeling en het daar verder bij laat. Of misschien willen de Amerikanen gewoon niet in de vijver vissen van de (meer Europa georiënteerde) International Project Management Association (IPMA) die ‘people’ competenties wel nadrukkelijk plaatst naast de hardere projectmanagementvaardigheden. Hoe dan ook, door het niet benoemen en uitwerken van enige zachte projectmanagementvaardigheden laten de schrijvers wel een steekje vallen in de context van de zorg. In dit boek niet ingaan op agile-projectmanagement valt daarbij in het niet, maar daar zullen agile-enthousiastelingen anders over denken.


Dit boek is voor zorgprofessionals een prima introductie in het gedachtengoed en de terminologie van projectmanagement, al helemaal als ze met Amerikanen of internationaal (onderzoeks- of verander)projecten doen of daarbij betrokken zijn. Zorgprojectmanagers zouden we het boekje niet aanraden, tenzij ze ook een introductie in PMBOK zoeken. Dan kunnen ze echter beter gelijk het hele handboek kopen, want dat is een prachtig naslag werk voor als je nog eens een projectmanagementproces in moet richten. Maar persoonlijk werden wij nog blijer van het voornoemde boekje van Antonio Nieto-Rodriguez en genieten we nu van zijn ‘The Project Revolution: How to Succeed in a Project Driven World’.


© 2020, John van Rouwendaal

Share by: